Op deze pagina ontdek je:

Opdelen van een woning

Een huis opdelen in appartementen, kamerwoningen of studio's, daarvoor heb je altijd een vergunning nodig. Ook als je hiervoor geen bouwwerken uitvoert. Dit geldt ook voor de verhuur van een deel van je huis (bv studentenkamers). Je wijzigt immers het aantal woongelegenheden. Hiervoor moet je een omgevingsvergunning aanvragen, die de gemeente kan toestaan of weigeren.

In Mechelen wordt een aanvraag tot opdelen van een eengezinswoning met een binnenoppervlakte kleiner dan 200m² niet goedgekeurd. Is de woning groter dan 200m², is een opdeling wel mogelijk. Tenminste, als er minimaal één zelfstandige woongelegenheid (met een eigen leef- en slaapdeel, keuken, badkamer en toilet) van minstens 135m² binnenoppervlakte en 20m² buitenruimte over blijft. Een vergunde opdeling maakt dat alle zo ontstane appartementen een eigen huisnummer krijgen. 

Let op: Opdelen van een woning binnen een systeem van hospitawonen of homesharing, zorgwonen of tijdelijk wonen is wel mogelijk. En voor (solidaire) cohousing gelden andere oppervlaktenormen. 

Voor de volledige voorwaarden zie artikel 64 van de algemene stedenbouwkundige verordening van de stad Mechelen.

Je kan andere personen in je woning laten wonen, en zo aan woningdelen doen. Hierbij is echter geen afzonderlijke huisnummer mogelijk, waardoor je je bijgevolg niet op een apart adres kan inschrijven in het bevolkingsregister. Jullie wonen dan samen in één niet-opgedeelde woning (woningdelen). Vooral als één van de bewoners beroep moet doen op een vervangingsinkomen, een tegemoetkoming of op een premie, of schulden dient af te betalen, kan dit mogelijk grote financiële gevolgen hebben. Informeer daarom tijdig bij bijvoorbeeld het sociaal huis of je uitbetalingsinstelling. 

Onderverhuren van een woning

Je huurt een woning, je hebt hier je hoofdverblijfplaats, en je hebt plaats voor een ‘samenhuizer’. Gezellig, en zo kan je de kosten delen. Maar mag je de woning onderverhuren? En met welke gevolgen?

Het Vlaams Woninghuurdecreet laat onderverhuren toe, maar enkel onder strikte voorwaarden. Zo mag slechts een deel van de woning worden onderverhuurd (je moet er zelf blijven wonen) en moet de verhuurder hiermee akkoord gaan. Vermijdt hierbij problemen en vraag hiervoor een schriftelijk akkoord van de eigenaar, bijvoorbeeld door dit uitdrukkelijk te laten opnemen in de huurovereenkomst. En onderverhuren betekent dat je de onderhuurder een ‘onderhuurcontract’ aanbiedt, dat ook onder de bepalingen van het huurdecreet valt.

Let op: Dit ‘samenhuizen’ heeft mogelijk een aantal gevolgen. Huurder en onderhuurder wonen op één adres, dit in een niet-opgedeelde woning. Zo is er geen afzonderlijke huisnummer mogelijk, waardoor je je bijgevolg niet op een apart adres kan inschrijven in het bevolkingsregister. Vooral als één van de bewoners beroep moet doen op een vervangingsinkomen, een tegemoetkoming of op een premie, heeft dit mogelijk grote financiële gevolgen. Informeer daarom tijdig bij het sociaal huis, je uitbetalingsinstelling, bij het stedelijk woonloket of bij de Huurdersbond.
Voor de volledige voorwaarden zie artikel 32 van het Vlaams Woninghuurdecreet.

(Solidaire) cohousing

Binnen de stedenbouwkundige verordening van de Stad Mechelen betekent cohousing dat minimaal twee woongelegenheden binnen eenzelfde gebouw of project (een gedeelte van) hun leefruimte bundelen tot een gemeenschappelijke leefruimte. Iedere bewoner of bewonersgezin beschikt privaat over minstens een aaneengesloten slaapgedeelte, een keuken of kookgelegenheid, een badkamer en een toilet. Deze private delen moeten samen minstens een binnenoppervlakte van 40m² hebben. De gemeenschappelijke ruimtes zijn onlosmakelijk verbonden, altijd bereikbaar en bruikbaar voor alle betrokken cohousers. 

Een cohousing waarvoor een stedenbouwkundige omgevingsvergunning wordt verleend, maakt dat elke woonunit zijn eigen adres krijgt. De webpagina ‘cohousing’ biedt je zowel meer informatie over cohousing als een aantal inspirerende voorbeelden. 

Voor de volledige voorwaarden: zie artikel 55 en 56 van de algemene stedenbouwkundige verordening van de stad Mechelen.

Domiciliekamers

Een kamer is een niet-zelfstandige woning waarbij de huurder geen eigen toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid heeft, en bijgevolg dit moet delen met de andere bewoners in het gebouw. In een domiciliekamer kan de huurder zijn domicilie vestigen. 

De (nieuwe) stedenbouwkundige verordening van Mechelen is hierin heel duidelijk: geen enkel gebouw kan nog ingericht worden met, opgedeeld worden in of van functie wijzigen naar één of meerdere domiciliekamers, ook niet als dit gecombineerd word met andere woonvormen. Een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning hiervoor wordt bijgevolg geweigerd. Hospitawonen, Zorgwonen en Tijdelijk Wonen vormen hierin een uitzondering. 

Let op! Domiciliekamers die vroeger een omgevingsvergunning hebben bekomen, kunnen wel nog worden verhuurd, mits de verhuurder hiertoe een uitbatingsvergunning heeft bekomen, zoals vastgelegd in de ‘Geïntegreerde regelgeving studentenhuisvesting en domiciliekamers stad Mechelen’.  Een uitbatingsvergunning is 5 jaar geldig en krijg je op basis van een geldig conformiteitsattest, een correcte omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en een recent positief brandweerverslag. Daarbovenop vallen deze kamers onder het belastingsreglement voor domiciliekamers

Voor de volledige voorwaarden, zie artikel 58 van de algemene stedenbouwkundige verordening van de stad Mechelen.

Hospitawonen (homesharing)

Met Hospitawonen of homesharing biedt een eigenaar in zijn of haar bestaande eengezinswoning of appartement hospitakamers aan voor verhuur. 

Voorwaarde is dat de eigenaar in het hoofdgedeelte van de woning woont en hier ook gedomicilieerd blijft.  Dit ‘hoofdgedeelte’ moet een grotere binnenoppervlakte hebben dan de optelsom van de hospitakamer(s). In het hoofdgedeelte wordt minstens ofwel het toilet, ofwel de badkamer, ofwel de keuken opengesteld voor gemeenschappelijk gebruik met de hospitakamer(s). De Hospitakamer zelf beschikt minstens (verplicht) over een eigen wastafel of gootsteen met koud en warm water, en kan daarnaast ook een eigen toilet, badkamer of kookgelegenheid hebben. Er geldt geen maximaal aantal hospitakamers in een hospitawoning. Aan het hoofdgedeelte zowel als aan elke vergunde hospitakamer kan een apart huisnummer worden toegekend. Hierdoor worden de bewoners van de Hospitawoning als alleenstaanden gezien, waardoor ze geen inkomen verliest wegens samenwonen.

Let op: De omgevingsvergunning voor een hospitawoning wordt afgeleverd voor een periode van vijf jaar. Voor een eventuele verlenging dient tijdig een nieuwe omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Indien het gebruik als hospitawoning niet wordt verlengd, wordt het gebouw na het verstrijken van deze termijn automatisch weer een zelfstandige woongelegenheid en vervallen de huisnummers voor de hospitakamers. Ze kunnen dan bijgevolg niet langer worden verhuurd.

(voor de volledige voorwaarden: zie artikel 55 en 56 van de algemene stedenbouwkundige verordening van de stad Mechelen.

Zorgwonen 

Zorgwonen is het creëren van een kleinere woongelegenheid in of bij een bestaande woning. Hierbij komen maximaal twee oudere of hulpbehoevende personen inwonen, waarbij een ander gezin ondersteuning en bijstand biedt, en toch als apart gezin worden beschouwd. De zorgwoning kan ook worden gebruikt voor huisvesten van de zorgverlener, indien de hulpbehoevende personen gehuisvest blijven in de hoofdwoning. Ook een huurwoning kan in aanmerking komen als zorgwoning, als de eigenaar hiervoor zijn goedkeuring geeft. 

Voor zorgwonen wordt de vergunningsplicht onder voorwaarden vervangen door een meldingsplicht. Komt de zorgwoning binnen het bestaande bouwvolume van de woning of binnen een bestaand bijgebouw bij een woning, of wordt het een nieuwe, tijdelijke en verplaatsbare unit, dan volstaat mogelijk een melding. Hieraan zijn steeds bijkomende voorwaarden verbonden. En als het zorgwonen stopt, ben je verplicht dit te melden.

Op fiscaal vlak worden de zorgverleners en de ‘inwonenden oudere of hulpbehoevende personen’ niet beschouwd als één gezin. Zowel het hoofdgebouw als de kleinere woonunit krijgt een eigen adres. Daardoor heeft dit geen nadelig effect op sociale uitkeringen of sociale voordelen zoals bv. studietoelagen of werkloosheidsuitkering. U moet wel steeds kunnen aantonen dat uw woning officieel bij de gemeente als zorgwoning geregistreerd staat.

Meer informatie over zorgwonen vind je in de brochure ‘Langer thuis in een zorgende omgeving’, uitgegeven door het Departement Omgeving. De Bouwdienst van de Stad Mechelen stelt een ‘beslissingsboom voor het oprichten van een zorgwoning’ ter beschikking die je op weg helpt naar een melding voor een zorgwoning. 

(Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening artikel 4.1.1, 18°; 4.2.4; 4.4.1, §2, 2°; 4.4.12 t.e.m. 4.4.15; 4.4.21, 4°)

Tijdelijk Wonen

Tijdelijk Wonen is het creëren van een kleinere, ondergeschikte woongelegenheid binnen een bestaande woning of appartement, zodat iemand tijdelijk kan inwonen. Minimaal bestaat de ondergeschikte woning over één kamer. Je kan meerdere ruimtes in je huis delen, maar dit hoeft niet. Ook in een huurwoning kan Tijdelijk Wonen, maar de eigenaar moet hiervan wel op de hoogte zijn en goedkeuring geven.

De kleinere wooneenheid is bedoeld voor een alleenstaande of een gezin wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden, of voor asielzoekers of erkende vluchtelingen die de opvang van Fedasil (moeten) verlaten. De opvang is tijdelijk, niet verlengbaar, en met een maximum van 3 jaar. Bij het beëindigen van de opvang moet de eigenaar opnieuw een melding tot het gemeentebestuur richten.

Hieraan zijn een aantal voorwaarden gekoppeld, zoals:

  • in de bestaande woning mag maar één ondergeschikte woonunit worden gecreëerd;
  • de ondergeschikte woonunit vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid;
  • de ondergeschikte woonunit neemt ten hoogste 1/3de in van het totale bouwvolume van de woning;
  • de hoofd- én ondergeschikte wooneenheid behoren toe aan dezelfde eigenaar of eigenaars.

De bewoner van de hoofdwooneenheid maakt zelf de keuze om de ondergeschikte woonunit te verhuren of kosteloos aan te bieden.  Bij het maken van een melding creëert je gemeente een ondergeschikt adres binnen de woning, waarop je huurder zich apart kan domiciliëren. Zowel jij als je inwoner worden daardoor als alleenstaanden gezien, waardoor je geen van beide inkomens verliest wegens samenwonen.

Je dient je aanvraag voor een melding digitaal in via het omgevingsloket van de Vlaamse overheid. De bouwdienst controleert of aan alle voorwaarden zijn voldaan. 

Kangoeroewonen

Een Kangoeroe-woning is een term die in de praktijk vaak gebruikt wordt, maar stedenbouwkundig geen afzonderlijke betekenis heeft. Meestal wordt hiermee de combinatie van een woonunit voor een jonger gezin en een al-dan-niet kleinere wooneenheid voor bijvoorbeeld de grootouders bedoeld. Bij kangoeroe-wonen kies je er bewust voor om samen te wonen onder één dak. Op de bewoners van een kangoeroewoning staat geen leeftijd. Vaak gaat het gaan om een combinatie tussen een jongere en oudere generatie. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Ook een familiale band is niet nodig, maar komt wel vaak voor.

‘Kangoeroewonen’ kan je op meerdere manieren bereiken:

  • Voldoet je verwachting aan alle voorwaarden van een zorgwoning, dan is de regelgeving van zorgwonen van toepassing en kan een melding volstaan;
  • Zoek je eerder naar een tijdelijke oplossing en dit voor een persoon in nood, dan kan je misschien al verder met het systeem van tijdelijk wonen. Ook hier volstaat een melding;
  • Je kan ook kiezen voor het opdelen van een eengezinswoning, bijvoorbeeld als ouders en (één van) de  volwassen kinderen, al dan niet ieder met zijn eigen gezin, samen onder één dak willen wonen, ieder met zijn eigen ‘appartement’;
  • Maar ook het cohousing-systeem biedt mogelijk een oplossing. Zo zijn er mooie voorbeelden van intergenerationeel samenwonen waarbij ruimtes en voorzieningen worden gedeeld. Zie bijvoorbeeld het inspirerende voorbeeld van ‘De 3 Wilgen’ in Mechelen-Muizen;
  • Je kan er ook voor kiezen de (grote) woning niet op te delen maar deze als één groot intergenerationeel gezin te bewonen. Dit heeft mogelijk een aantal financiële en fiscale gevolgen, bijvoorbeeld als gezinsleden recht hebben op sociale uitkeringen of sociale voordelen. Informeer grondig over de mogelijke gevolgen.