Op de overgang van de 13de naar de 14de eeuw kreeg Mechelen een nieuwe, definitieve stadsomwalling, die samenvalt met de huidige ringweg. Tijdens deze periode, in 1304, verleende de prins-bisschop van Luik toestemming om de eerste Mechelse watermolen op te richten. Die verrees op de plek waar de Dijle de nieuwe stadsmuren en stadsgrachten kruiste en groeide in de 15de eeuw uit tot een watermolencomplex van zeven molens.
Nog maar enkele onderdelen verwijzen naar het omvangrijke molencomplex van weleer: centraal op de kaaimuren prijkt nog het houten spuihuis van de ‘grote sluis’ die de waterstand van de molens regelde. Links hiervan bevindt zich ‘het Molenhuis’, een gebouw in traditionele bak- en zandsteenstijl waarin lange tijd een volmolen was ondergebracht, en dat circa 1915 werd omgebouwd tot een woonhuis.
Beschermd als monument dd. 13/12/1977 en 22/06/1984