Hendrik Speecqvest
In 1264-1268 kreeg Mechelen op initiatief van Wouter V Berthout, stadsheer van Mechelen, haar tweede stadsomwalling. Compleet met muur en natte gracht, torens en poorten. In de daaropvolgende eeuwen werd de omwalling aangepast om het hoofd te bieden aan nieuwe belegeringstechnieken en uitgebreid tot een heuse vesting met buitenwerken. Eind 18de eeuw startte dan de ontmanteling, tot enkel nog de Brusselpoort overbleef. De gracht werd in het midden van de 19de eeuw definitief gedempt.
Eind 2016 groeven archeologen van Monumenten Vanderckerkhove op de Hendrik Speecqvest drie proefsleuven, voorafgaand aan de bouw van een ondergrondse parking. We verwachtten dan ook resten te zien van die tweede stadsomwalling.
Van de wal, de muur en de torens werd in de sleuven vreemd genoeg geen enkel spoor teruggevonden. Het lijkt erop dat het terrein bij het slechten van de omwalling – begin 19de eeuw – sterk werd afgegraven. Daarmee werden ook al deze sporen uitgewist.
De aanzet van de stadsgracht was wel vrij goed bewaard. De gracht werd duidelijk in twee fasen gedempt. In de eerste fase gebeurde dat met de grond van het afgegraven wallichaam, in de tweede fase met allerhande stadsafval en puin. Een grachtbeschoeiing werd niet aangetroffen. Ook de onderkant van de gracht werd nergens bereikt. Op basis van de resultaten van eerder booronderzoek vermoeden we dat deze zich op ongeveer 5 tot 5,50 m diepte bevindt.