Walem kent een lange schoolgeschiedenis. Al rond 1500bestond er een eerste school achter het kerkhof, die daar meer dan twee eeuwen zou blijven.

In 1564 was het pastoor Petrus Boogaerts, bijgestaan door kapelaan Huybrechts Stroyen, die hun leerlingen les gaven in catechismus, lezen, schrijven en Latijn.

De Gemeenteschool

Op 5 september 1830 stichtte Petrus Leus, wonende in de herberg Het Zand’ er een school. Hij kreeg in 1831 een lokaal van de gemeente op de plaats van het gemeentehuis. Nu het dorpshuis van Walem.

In 1840 was de verdeeldheid in de gemeente zo groot, dat er niet minder dan vier scholen naast elkaar bestonden, elk met niet al te veel leerlingen. Men sprak toen van de ‘kerkuilen’ en de ‘bruguilen’, naar de herkomst van de leerlingen.

Petrus Leus gaf les aan 82 leerlingen. In een andere woning in de Koning Albertstraat onderwees Eduard Strobbaerts 73 kinderen van de families aan de brug. Dan was er de school met Hendrik Boodts met 27 leerlingen en weduwe Van Campenhout ontfermde zich over 45 kinderen, meestal kleintjes.

In 1874 wordt in de Koning Albertstraat een nieuwe school gebouwd, schuin tegenover de Lange Zandstraat.  Wat later volgt een tweede schoolgebouw. Met ook een woning voor de hoofdonderwijzer op de hoek van de Lange Zandstraat en de Koning Albertstraat.

De familie Bollansee leverde twee generaties bekende onderwijzers in Walem. Eerst was het vader Frans, die de schoolstrijd in 1883 meemaakte. Vervolgens zijn zoon Vital, die als hoofdonderwijzer benoemd werd (1897-1914).

In de periode (eind 19de – begin 20e eeuw) was er nog geen sprake van studiejaren of klassen. Enkel van een ‘hoge’ en een ‘lage’ kant. Waar de jongens vanaf acht jaar werden onderverdeeld op basis van hun leeftijd en kennis.

Na Vital Bollansee stelde het gemeentebestuur de heer Eduard Feremans aan het hoofd van de gemeentelijke jongensschool (1914-1933). In die tijd volgde ook de indeling in klassen.

De huidige school, De  Zonnebergen, werd in 1933 als jongensschool gebouwd door de gemeente in de

Pastorijstraat. Eugeen Nauwelaers was daar eerst onderwijzer en vanaf 1951 ook schoolhoofd. In 1968 werd hij opgevolgd door Louis Schelkens. Dat schooljaar was het laatste jaar waarin kinderen als straf ‘in ’t kolenkot’ gezet werden. Want kolen en kachels maakten plaats voor gasradiatoren.

In 1973 besliste het gemeentebestuur de school gemengd te maken en vanaf 1977, na de fusie met Mechelen, werd het een stedelijke lagere school.

De Meisjesschool

Naast de gemeenteschool was er ook een meisjesschool in Walem.

In 1862 stichtten de Zusters van Barmhartigheid eerst het‘Pensionnat de la Providence’ dat slechts twee jaar bleef bestaan. In 1866 was er een heropleving dankzij de bezieling van Monseigneur Scheppers. In 1867 openden de zusters ook een parochiale meisjesschool. 

Ze kochten hiervoor een huis met tuin naast de kerk. Later werd het huis ernaast bijgekocht en daar bouwden ze een nieuw schoolgebouw dat uitgaf in de Pastorijstraat. In 1903 was de nieuwbouw en het klooster klaar.

In 1866 werd ook een gemeentelijke meisjesschool gebouwd. Die kende echter geen succes. Er waren maar acht leerlingen en werd gesloten in 1894. De gemeente erkende toen officieel de zusters-meisjesschool.

In 1892 kwam de bewaarschool van de zusters tot stand. De voorloper van wat wij nu kennen als kleuterschool. Die school was gemengd, voor jongens en meisjes, en telde 90 kleuters. In 1958 werd ze grondig vernieuwd.

In 1967 keerden de zusters terug naar het Moederhuis in Mechelen. De school bleef actief, maar de kloostergebouwen werden door de kerkfabriek in huur gegeven als woning en feestzalen.

De vrije lagere meisjesschool bleef uiteindelijk nog bestaan tot 1989. Toen moest ze sluiten door gebrek aan leerlingen. De kleuterschool bleef nog twee jaar langer bestaan en sloot toen ook de deuren.

Vandaag is school De Zonnebergen in de Pastorijstraat, de enige overgebleven school in Walem.